De laatste jaren is de brasem een van de geliefkoosde vissen om te vangen in onze wateren, zowel bij de recreatie als de wedstrijdvissen. Dit komt vooral door het gewicht dat deze vis in het net brengt.
Recreatie- of wedstrijdvisser?
Wanneer je naar de brasemvissers gaat kijken moet je een duidelijk onderscheidt maken tussen de recreatie- of de wedstrijdvisser.
Vissen is in de eerste plaats voor de meesten van ons lekker rustig aan de waterkant naar de dobber kijken en wachten tot de dobber onder gaat. Afhankelijk van het soort water en de omstandigheden moet je kiezen voor het juiste soort dobber. Vis je in stilstaand of traag stromend water (kanalen), kies je een dobber met een slanker drijflichaam. In stromend water vis je met een meer bolvormig lichaam.
De recreant gebruikt meestal een dobber zoals afgebeeld op de linker foto. Deze hebben een onderantenne uit fiber en een dikkere bovenantenne uit plastic. Het voordeel van dit type dobber is dat door de dikkere bovenantenne de beetregistratie langer duurt, waardoor je wanneer de dobber ondergaat zeker weet dat je beet hebt. Een ander voordeel is dat je de bovenantenne kan vervangen door een lichtgevend breekstaafje.
De wedstrijdvisser gebruikt dan weer dobbers zoals op de rechter foto afgebeeld. Deze dobbers hebben een metalen onderantenne en een bovenantenne uit carbon. Deze dobbers geven wanneer ze perfect uitgelood zijn een perfecte beetregistratie. Je zult meer aanbeten zien, maar je moet wel geduldiger zijn met aanslaan.
Een ander type dobber dat zeer geschikt is voor het vissen op brasem op stilstaand en traag stromend water is het model dat hierboven afgebeeld wordt. Hierbij loopt de onderantenne door het drijflichaam. De antenne wordt er gewoon bovenop gestoken en is daaom tijdens het vissen zeer makkelijk te verwisselen.
Deze dobber biedt het voordeel dat de lijn een stukje onder water zit waardoor de wind er minder vat op heeft.
Het tuig
De brasem is een groter en sterkere vis dan de voorn. Vandaar dat we ook met dikker nylon moeten vissen. Vis je met een versneden top, dan gebruik je best 12/100 of 14/100 . Met een elastiek, dan mag je naar 10/100 gaan.
Je dobber maak je best vast met 3 stukje siliconnenslang op de onderantenne. Dit voorkomt het schuin trekken of dubbelklappen van de dobber. Een ander voordeel is dat je kan verdervissen met 2 rubbertjes wanneer er eentje stuk gaat.
Wanneer je dobber vaststaat moet je hem perfect uitloden. Het plaatsen van het lood op de lijn is een secuur werkje. Hiervoor bestaan speciale loodtangetjes. Deze kunnen zelfs het lood makkelijk terug van de lijn halen. Let er vooral op dat je korrels recht en met de inkeping naar dezelfde kant op de lijn staan. Anders heb je een grotere kans dat je lijn in de war geraakt.
De brasem is een vis die zijn voedsel op de bodem zoekt. De aaspresentatie moet daarom zeer stil zijn. Om dit te bereiken moet je een bulklood vormen dat dicht tegen de bodem aanzit (eventueel met een verklikloodje op de bodem). Je kan dit bulklood vormen met loodkorrels ofwel door gebruik te maken van een olivettelood dat je met enkele kleine korreltjes vastzet. Zo kan je de dobber zeer scherp uitloden (Zie foto hierboven).
Wanneer je tuig klaar is moet je het ook opbergen. Hiervoor gebruik je best een voldoende lang tuigenrekje. Zorg ervoor dat het rekje altijd een beetje langer is dan je dobber. zo voorkom je het scheeftrekken van de onderantenne. Om je lijntje vast te zetten bestaan er handige elastiekjes met aan een zijde een bolletje en aan de andere zijde een soort lusje.
Lokvoer
Het laatste wat je thuis moet doen is het maken van het lokvoer. De brasem is een echte zoetekauw. Daarom gebruik je best een zoet lokvoer (Recepten zie hoofdstuk lokvoer).
Een van de beste bestanddelen om brasem naar je visplek te lokken en daar ook te houden is maïskiemkoek. Dit is zwaar waardoor het beter op één plaats liggen blijft en het geeft je lokvoeder bovendien een langzamere werking. De maïskiemkoek kan je best enke uren op voorhand weken in warm water. Je krijgt dan een papje dat je aan het droge lokvoeder kan toevoegen. Wanneer nodig voeg je nog enkele keren wat water toe totdat de vochtigheid perfect is. Het aangemaakte voer gaat daarna nog even door de zeef om klonters te verwijderen en klaar is kees. Nu kunnen we gaan vissen…
Op de visplek
Het eerste wat we moeten doen na het optuigen van de hengel is het uitpeilen van de visplek. Het is niet genoeg om alleen maar te peilen op de plaats recht voor je waar je wil gaan vissen maar ook op de bodem rondom je visplek . Je moet namelijk ook weten hoe de bodem rondom je visplek eruit ziet. Niet alleen de diepte is hierbij van belang, maar ook de bodemsoort; een harde of een zachte bodem, ligt er vuil,…
Het uitpeilen van de visplek doe je met een peillood. Let er vooral op dat je lijn loodrecht onder je top hangt, want alleen dan peil je juist. Trek hier vooral genoeg tijd voor uit. (Zie peilen)
Voeren
Het peilen levert ook informatie op over hoe je je bollen lokvoeder moet gaan klaarmaken. Wanneer de bodem erg zacht is, moet je de voerbollen niet te hard aandrukken want anders zakken ze gewoon weg. Ook levend aas moeten wer er dan niet teveel indoen want deze kruipen toch maar weg.
Een tweede ding wat je te weten kan komen is waar je moet voeren. Bij een steil aflopende bodem ga je natuurlijk je bollen afplatten en voor je dobber voeren en niet erachter. Het zijn eigenlijk allemaal logische dingen, maar je moet er alleen rekening mee houden.
Vergeet ook niet voor het knijpen van je bollen om maden en flink wat wormen aan je lokvoer toe te voegen. De brasem is verzot op wormen.
Het vissen
Voordat je begint te vissen moet je natuurlijk eerst je voerbollen in het water werpen. Je richtpunt daarbij is je hengeltop. Doe dit vooral geconcentreerd en met enige precisie.
Voordat je begint te vissen zorg je er best voor dat al je hulpmiddelen zoals werpstok, schepnet, onthaker,… binnen handbereik liggen. De eerste minuten zijn altijd rustig, het lokvoeder moet de tijd krijgen om te werken.
Wanneer de beten toch uitblijven moet je beginnen spelen met de aaspresentatie en de lijnopbouw. Dit kan je doen door je lood te verschuiven. Het hoofdlood en de andere loodjes wat hoger of lager, de dobber wat dieper of minder diep, ander aas,…
Zoals je al merkt is de brasemvisserij een zeer actieve visserij. Het actief vissen zal dan ook meestal het beste resultaat bieden.
Veel succes,